Het liet even op zich wachten maar hier is nu ook een verslagje van mij (Bert) bij KIN. Zoals Tine al schreef scheidden onze wegen zich na de BD partnermeeting. Pas in de late namiddag vertrokken de mensen van KIN richting Malaybalay. Niet alleen ik was hun reisgezel maar ook Johan, een andere BD vrijwilliger die de eerste dagen ook bij KIN zou zijn. Dat zorgde voor wat gemengde gevoelens bij mij. Het was wel fijn dat er in het begin nog iemand zou zijn die ik kende. Maar Johan, half-Filippino, spreekt Tagolog (de officiele Filippijns taal) en zorgde er regelmatig voor dat ik me nogal buitengesloten voelde omdat hij steeds Tagolog sprak tegen de anderen, ook al was ik er bij.
Mijn ontvangst bij KIN was eerder koel. Geen verwelkomingsfeestje zoals bij Tine. Ook geen idyllische omgeving zoals bij Tine. Het KIN kantoor bevindt zich in een klein stenen huisje in een van de wijken (baranguay) rond Malaybalay.
KIN is een kleine NGO met slechts 4 voltijdse krachten en enkele halftijdse. De mensen zijn er erg gedreven bezig met hun werk en af en toe had ik het gevoel dat ik er precies niet in paste, dat ik wat op overschot was. Waarschijnlijk had dat te maken met de drukte die de nakende inhuldiging van het ‘Cultural Heritage Center’ (erfgoedhuis) met zich meebracht. Dat zorgde er de eerste dagen voor dat ik het nogal moeilijk had. Ik voelde me onwennig alleen, in een vreemde cultuur. Ik miste ook een beetje warmte, wat structuur, iets vertrouwds. Ik stond open voor alles wat op me afkwam maar ik had graag gehad dat men me wat beter zou inleiden. In het begin kan/mag je nergens alleen toe, maar er werd me ook niet uitgelegd waar we naartoe gingen en hoe we er geraakten, zodat ik het later zelf zou kunnen.
De eerste dagen heb ik niet zoveel gedaan. Er was Earth Day, die absurd genoeg begon met een stoet van auto’s, bromfietsen en ook een paar fietsers, die door de stad trok. Er waren ook een paar speeches, An Inconvenient Truth en dan wat activiteiten voor kinderen. Mijn rol beperkte zich tot wat rondhangen en deel uit te maken van de jury bij de kleurwedstrijd.
In het weekend van 21-22 april zagen Tine en ik elkaar al terug in Cagayan de Oro, waar we de start van de ‘1 Million Forest People’ campagne van Green Mindanoa, een zuster-NGO van KIN, bijwoonden (later meer daarover). Het werd een eerste kennismaking met de cultuur, rituelen en muziek van de inheemse bevolking van Mindanao.
Na een deugddoend weekend (bij Tine), vertrok ik de maandag naar Olanguhon, Dalwangan, een baranguay waar een gemeenschap van de Bukidnon stam (een van de 7 inheemse stammen op Mindanoa) verblijft. Dit is een van de gemeenschappen waar KIN vaak mee samenwerkt. Dalwangan ligt aan de voet van het Kitanglad gebergte, even verwijderd van de rest van de bewoonde wereld. Samen met Johan zou ik er een vijftal dagen verblijven en meehelpen aan de voorbereidingen van de inhuldiging van het erfgoedhuis dat KIN er opgericht heeft. Dit centrum moet een belangrijke rol spelen bij het behoud en kenbaar maken van de cultuur van deze inheemse bevolking.
De vijf dagen bij de Bukidnon stam waren een echt positieve ervaring. Ik was vooral bezig met de jongeren, of de jongeren met mij. Ze waren erg geinteresseerd in mij, oefenden maar al te graag hun Engels met mij en wilden me graag hun taal leren.
De donderdag van die week was er de ganse dag (en nacht) de inwijding van het erfgoedcentrum met bijpassende rituelen. Tine kwam vanaf de woensdag om die bij te wonen. Het was een hele ervaring maar later meer hierover (zie nu al enkele foto’s op de fotopagina).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten