donderdag 25 oktober 2007

Mijn verjaardag in beweging

Een paar filmkes:


Een van de vele birthdaysongs.


Our dancing dog.


De mannen rocken!


Annann en ik zingen On top of the world. Gani komt ons even plagen...

happy birthday to me...

Dag mensjes,

al wat jullie me wensten, heb ik gekregen: een heerlijk verse kokosnoot, een mooie verjaardagstaart en een fijn feestje!

Ik wil even met jullie delen hoe mijn Filippijnse verjaardag eruit zag:
0:01 Verjaardag-smsje van mams wekt me...
0:05 Bert zingt mijn eerste happy birthday song van de dag...
1:50 Verjaardag-smsje van janina wekt me opnieuw...
3:00 Verjaardag-smsje van krulle wekt me nog een keer...
5:00 De eerste Filippijntjes zijn wakker en beginnen me te texten...
7:00 Vier meiden komen me wekken met een birthday song...
8:00 Ik geniet van mijn verse kokosnoot...njammie
9:00 - 18:00 Inkopen gaan doen voor het jeugdkamp in Cagayan. Van winkel naar winkel op zoek naar al ons materiaal. Wel een lekkere middagpauze: pizza peperoni =)
18:00 Aankomst in LEF waar heel wat mensen in de weer waren met het klaarmaken van al dat heerlijks... Bovendien was de training hall klaargezet voor de party! Super lief allemaal! Er hing een reuze kaart op het bord waar iedereen een tekstje opschreef. Iedereen zong me een persoonlijke happy birthday karaoke versie. Ze hadden zelf mijn favoriete alcoholische drank voorzien: gin met citroensap. Naar Filippijnse gewoonte was er weer veel te veel eten: vis, kip, varken, rijst, spaghetti, kinilaw, bihon... Maar we konden precies niet snel genoeg eten want iedereen was verlekkerd op de dessert: 2 lekkere taarten en coconut salad... njammie!!!
Rond 22u ging iedereen naar huis, maar met vier zongen we nog even verder... Met een voldaan gevoel en een gedachte aan de vrienden thuis kroop ik iets voor mijn verjaardag eindigde in mijn bedje...

Dank je voor de smsjes, de mailkes en de telefoontjes...
De postbode heeft nog niet zijn best gedaan want er is nog niets toegekomen...

Lieve groet van een 25jarige (help!)
O ja... ik koos als eerste karaoke song What's up van de 4non Blonds: 25 years of my life and still, trying to get up that great big hill of hope (for a destination)...

Mwa, 10e
Meer foto's op de fotopagina!!!
Filmkes volgen...

vrijdag 19 oktober 2007

Na twee weken gebrainstormd, uitgedacht, gecreeerd, gezwoegd en veel te veel (te veel) aan het computerscherm te hebben gezeten, kunnen we nu we met enige trots melden dat de voorbereidingen voor het jeugdkamp ongeveer rond zijn.
Er moeten nog een paar praktische zaken gebeuren, zoals gaan shoppen voor de benodigdheden, naamkaartje maken... maar geen grote (denk)werken meer. Jeuji!
Door de taalbarriere zal onze rol op het kamp zelf waarschijnlijk beperkt zijn tot coordineren en opvolgen. De anderen begeleiderds moeten dus goed op de hoogte zijn van hoe alles in elkaar zit. Daarom maandag een grondige briefing.
Het kamp vindt plaats van 28 tot 31 okotber in de farm van Henry in Bol-ogan met 15 jongeren uit barangays van LEF en 15 jongeren uit barangays van KIN. Het is bedoeld als eerste stap in het organiseren van de jeugd. Daarnaast hebben we (vooral Tine) activiteiten in elkaar gestoken rond ontmoeting, globalisering en cultuur.
Er is zelfs een heus logo ontworpen door een plaatselijke artiest.
Of het kamp effectief zal doorgaan en wanneer alle deelnemers ter plaatse zullen zijn, is nog een vraagteken. Want er zijn plaatselijke verkiezingen gepland op maandag 29 oktober, wat voor nogal wat problemen zorgt onder onze deelnemers. Een kleine kanttekening: de datum van het kamp lag eerder vast dan die van de verkiezingen... Nu ja, ondertussen zijn we die Filippijnse 'uitdagingen' al een beetje gewoon.

groE.T.
kami
een klein beetje trots op onszelf...

maandag 15 oktober 2007

Kom erbij en dans...

Vorige week (en deze ook nog) hadden we het erg druk met de voorbereiding van een jeugdkamp dat we over twee weken organiseren. We wilden er het weekend dus eens uit maar wisten vrijdagavond nog niet wat we zouden gaan doen. Daar kwam snel en onverwachts verandering in...
Vrijdagavond hadden we om 17u nog een vergadering met Henry. Het kamp zal doorgaan in zijn farm en er moesten nog een aantal zaken besproken worden. Na de korte vergadering nam Henry ons nog mee naar een lokale cafeetje. Elke vrijdagavond is er daar een optreden. Het werd een leuke avond met Filippijnse pintjes, lekkere frietjes als fingerfood en Tine die even mee drumde tijdens het optreden. Maar het leukste aan de avond was eigenlijk dat Henry ons uitnodigde om mee te gaan naar het Talaandig Festival in Songco.
De Talaandig is een van de 7 inheemse stammen die in Bukidnon wonen en zij hadden dit weekend hun jaarlijks festival. We brachten ons weekend door in het gezelschap van Henry, zijn vrouw Perla, zijn broer Fundador en de Talaandig stam van Songco.
Op het festival was er muziek, dans, eten (het blijven de Filippijnen), tribal sporten...
Er was een toffe sfeer, vriendelijke mensen en zoveel meer...
Beelden zeggen het echter beter dan woorden.
Stoelen aan de kant! Kom erbij en dans...


Er was muziek (Mt DulangDulang, die we 2 weken terug beklommen, wordt hier bezongen).


Er waren demonstraties (oa een traditioneel duel tussen twee mannen van de stam).


En iedereen werd uitgenodigd mee te dansen...

Nog (stilstaande) beelden op onze fotopagina...

groet,
ons

vrijdag 12 oktober 2007

Practicumers zeiden vaarwel & mijn dagje met hen in hun universiteit

Piep,

Het is al een weekje geleden, maar ik wil jullie toch nog een verslagje brengen =).

Vorige donderdag werd het practicum van de studenten die 6 maanden in een barangay verbleven waar LEF actief is, afgesloten. De studenten, de MSU supervisors, LEF staff, de fosterparents en de barangay captains kwamen samen in Hapitanan Beach Resort. Klinkt aantrekkelijk he, maar niemand nam een duik in het water op 20 meter afstand van de ‘conferentiezaal’. Het werd eerder een praat-dagje.
Het voormiddag gedeelte bestond uit speeches van de gastouders, de barangay captains, de directrice van LEF en de studenten zelf. Naar Filippijnse gewoonte waren alle boodschappen heel positief. Toen de studenten aan het woord waren, kwamen er heel wat traantjes bij kijken. Het viel hen erg moeilijk om na 6 maanden de gastfamilie en de barangay te verlaten.
In de namiddag had ik een evaluatie voorbereid met de bedoeling dat de LEF staff en de studenten wat ervaringen met elkaar zouden delen en dat LEF wat feedback kreeg over de manier waarop ze de studenten ondersteunden. De evaluatie verliep goed, al moest ik er soms op wijzen dat die evaluatie voor hen (staff en studenten) was en niet voor mezelf... Ook vrees ik voor wat LEF met de feedback zal doen want iedereen is altijd te druk bezig om tijd te nemen voor reflectie. Maar aangezien de studenten veel dingen vermeldden die ik ook al heb ervaren, zal ik later alles es in een documentje gieten, dat ik hopelijk in alle openheid kan delen met de staff...

De dag erna ben ik met de studenten mee gegaan naar hun universiteit (MSU) in Marawi, de islamitische hoofdstad van de Filippijnen. Ik wou al erg lang es Marawi verkennen, maar Cora (directrice van LEF) was daar helemaal geen voorstander van door de onveiligheid. Alle moslimgebieden worden hier als onveilig beschouwd, al weet ik niet altijd goed waarom.
Ik vertrok vrijdagmorgen met de studenten, met het plan om er tot maandag te blijven. We waren nog maar net vertrokken, toen een van de studenten een berichtje kreeg van Mam Tess (1 van de profs) dat er opnieuw een bedreiging uitgesproken was tegen de MSU president. Niet veilig dus voor een blanke om op het MSU terrein te vertoeven. Gevolg: mijn verblijf werd ingekort tot 1 dag. Uiteindelijk bleek die ene dag lang genoeg om MSU te verkennen. Eerst en vooral zag ik het universiteits museum over de Maranao cultuur. Daarna verkende ik de campus. Precies een echte stad! Er zijn winkeltjes, restaurantjes, motorella’s, een moskee, internetcafe’s... Ik zag de ‘dormitories’ waar de studenten per vier in een kamer slapen en waar een avondklok van 18u30 geldt! Het studentenleven krijgt ’s avonds dus alleszins een andere invulling dan in Belgie. Ik vond het wel boeiend om de verscheidenheid tussen de studenten waar te nemen – zij het enkel uiterlijk: meisjes met een hoofddoek op allerlei strikte en minder strikte manieren, meisjes in boerka, meisjes met topkes en een korte broek, jongens in short en t-shirt, jongens in lange kleden... Ik zelf hoorde die dag toch tot de eerste categorie. Ze hadden mij gevraagd lange kleren aan te doen en ook een hoofddoek. Man, wat had ik het warm. Maar ook voelde ik me raar met die hoofddoek. Ik was precies iemand anders...
Ik had een fijn en druk dagje, maar toch verlang ik nog altijd naar een bezoekje aan het centrum van de stad Marawi. Na de ramadan is het al heel wat veiliger omdat er dan blijkbaar minder gevaar is voor kidnapping. Begin december is er iets te doen rond het enorm grote meer die aan Marawi grenst, dus wie weet gaan we er dan nog es naar toe.

Ik zette ook nog wat foto’s op de fotopagina!

Liefs,
Tine

maandag 8 oktober 2007

...een kamer in de kelder van een luchtkasteel...

Een vervelende kantje van de Filippijnse cultuur is dat men blijkbaar moeilijk rechtuit een mening of oordeel kan geven. Er wordt dus heel wat verbloemd.
Nu moet ik, Bert, bekennen dat ik me daar de afgelopen maanden ook wat aan bezondigd heb. Ik probeerde me in berichtjes steeds op de positieve dingen te focussen maar nu vind ik het tijd om open kaart te spelen: eerlijk gezegd vind ik KIN, mijn gast-organisatie hier, maar een povere NGO. Ik moet wel toegeven dat ik al in het begin geen goede indruk kreeg van KIN en dat dat waarschijnlijk mijn beeld op alles wat kleurt, maar toch ...
Mijn ontvangst hier was allesbehalve warm te noemen. De KIN staff heeft me nooit het gevoel gegeven dat ik welkom was of dat ze blij waren met mijn komst. Laat staan dat ze een idee hadden hoe ze me konden inschakelen of een plan hadden om me wegwijs te maken in hun werking. In het begin liep ik behoorlijk verloren. Ik sliep ook nog eens op de ‘zetel’ in het huis van Easter (directrice van KIN) en miste een soort (warme) thuishaven. Gelukkig zag ik Tine regelmatig en dat hielp me erg. Na verloop van tijd, heel wat geduld en een pak frustraties begon het toch wel wat te wringen dat ik zo weinig kon doen en amper vooruitzichten had op dingen die ik bij KIN zou gaan of zou kunnen doen. Toen ik eindelijk eens de kans had om het er met de directrice Easter over te hebben, beweerde ze dat het kaderde in haar ‘plan’. Dat plan was om me te laten ontdekken waar KIN allemaal mee bezig is en dan zou ik wel zien “where my heart connects to” (vrij vertaald ‘wat me gevoelsmatig het meest aanspreekt’). Eens dat zou gebeuren, zou ik zelf wel met voorstellen voor projecten of activiteiten komen... Ze gaf me geen opdrachten of taken want ze wilde me niets opleggen, tot niets verplichten. (De anderen gaven me ook geen taken omdat ze dachten dat ik die van Easter zou krijgen.) Op zich is dat een mooi plan maar aan een plan alleen heb je niet genoeg. Ondertussen heb ik wel al vaker ondervonden dat Easter goed is in het verwoorden van grootste plannen, maar daadwerkelijk gebeurt er meestal weinig. Luchtkastelen dus, maar dit voorlopig ter zijde.
Er was dus wel een ‘plan’ voor mij bij KIN (of toch tenminste in Easter’s hoofd, ik hoorde er voor het eerst iets van na 2 maanden) maar er werd niet stil gestaan bij het in praktijk brengen er van. De KIN staff heeft me nooit betrokken bij hun werking. Ik kreeg ook nauwelijks informatie over waar ze mee bezig waren. Ik voelde me dus nogal een buitenstaander. Vrij moeilijk om zo de werking van KIN in al haar facetten te ontdekken. Laat staan om zelf met voorstellen op de proppen te kunnen komen.
Ondertussen is mijn/ons verblijf hier al behoorlijk gevorderd. Bijna 6 maanden zijn reeds voorbij maar in sommige opzichten is er weinig veranderd. Ik ben nog steeds heel erg een buitenstaander bij KIN en ben dus nooit echt ‘ingeburgerd’ bij KIN. Verschil met het begin is nu wel dat ik zelf ook geen moeite meer doe en gewoon probeer mijn eigen ding te doen. Ik heb mezelf nog een paar doelen gesteld en probeer die te bereiken zonder me te veel te ergeren aan de manier van werken van KIN (of het gebrek eraan). Ook zit ik regelmatig in Libertad want gelukkig is LEF, Tines NGO, er nog. Zij lijken mij meer bij hun werking te betrekken dan dat KIN dat doet...
Ondertussen heb wel ik een behoorlijk zicht op de werking van KIN en op KIN als organisatie. Ook al weet ik natuurlijk niet overal het fijne van, toch meen ik dus te mogen besluiten dat het op beide vlakken maar pover is.

De projecten die KIN doet, zijn naast het scholarship programma en een grootst plan rond het cultureel erfgoedhuis in Olanguhon, vooral kleinschalige projecten die de mensen een alternatieve bron van inkomsten zouden moeten bieden. Het resultaat van die projectjes heb ik kunnen aanschouwen tijdens een bezoek aan de 6 barangays waar KIN werkzaam is. Dit was in het kader van een ‘evaluatie’ maar voor ik naar de eerste barangay vertrok had ik niet eens informatie over welke projecten daar op dat moment gedaan werden. Laat staan dat ik iets wist over de doelstellingen of het beleid er rond. In elke barangay moest ik vaststellen dat het resultaat van de meeste projecten te wensen overliep. Een aantal projecten werden slecht uitgevoerd en nog andere na een paar maanden gewoon gestopt. Natuurlijk ligt de schuld hiervoor niet enkel bij KIN. De Local Community Organizers en de Peoples Organizations in de barangays dragen ook een heel deel van de schuld. Maar KIN lijkt het allemaal te veel te laten begaan. Soms wisten ze niet eens dat bepaalde projecten gestopt werden of slecht liepen.
Volgens mij functioneert KIN ook gewoon slecht als organisatie. Er is wel een duidelijke taakverdeling maar ieder richt zich precies alleen op zijn eigen taak. Er lijkt amper overleg of discussie te zijn. Met de communicatie zit er sowieso iets grondig mis bij KIN. Dat heb ik al verschillende keren mogen ondervinden.
Aan het roer bij KIN staat dus Easter. Zij is de grote baas en beslist dan ook heel veel, zo niet alles. De andere volgen vaak zonder discussie haar wil. Onlangs heb ik zelf ondervonden dat ze het er moeilijk mee heeft wanneer haar ‘bevelen’ niet blindelings opgevolgd worden, of haar gezag in vraag gesteld wordt. Nu ja, het zal wel duidelijk zijn dat we niet meteen de beste vrienden zijn. Het klikt gewoon niet tussen ons, we staan te anders in het leven. Zoals ik al aangaf, is ze een kei in het bouwen van luchtkastelen. Met het in praktijk brengen van haar ‘ideeen’ houdt ze zich blijkbaar niet bezig. ‘Veldwerk’ heb ik haar nog niet weten doen. Veldwerk is sowieso iets dat bij KIN niet hoog aangeschreven staat. Alles lijkt te gebeuren vanuit het goed uitgeruste kantoor in Malaybalay. Het aanwezig zijn tussen de mensen die je doelt te helpen, is volgens mij nochtans erg belangrijk...
Naar aanleiding van de ‘evaluaties’ die ik deed, heb ik mijn bemerkingen omtrent KIN’s projecten eens op papier gezet. Ik haal mogelijke oorzaken aan en doe een aantal suggesties voor verbeteringen. Het komt er, volgens mij, op neer dat KIN haar projecten meer holistisch moet aanpakken. De projecten moeten veel grondiger voorbereid worden, strikter geimplementeerd worden en vooral intensiever opgevolgd worden. Het zou volgens mij dus al een goed begin zijn om meer veldwerk te doen ipv voortdurend in het erg goed uitgeruste en comfortabele kantoor te zitten... Op dat documentje, dat ik maakte, heb ik zo goed als geen reactie gekregen. Terwijl ik nochtans aangaf dat ik niet meen de waarheid in pacht te hebben en het document kon dienen als een vertrekpunt van een bespreking. Ik had me laten vertellen dat een buitenlandse vrijwilliger namelijk met zijn/haar andere kijk op de zaken wel tot nut kan zijn voor een NGO in het zuiden...

Ik moet keer op keer vaststellen dat KIN het potentieel van mijn verblijf hier niet inziet, of dat toch niet laat merken. Dat is heel erg frustrerend en zorgt vaak voor de nodige ergernis. Het voornemen om hier toch te proberen iets te veranderen, heb ik ondertussen al laten schieten. KIN lijkt te vastgeroest in een voor haar comfortabele situatie. Maar of die duurzaam is? Zelfs signalen van BD dat er bij KIN een aantal zaken anders moeten aangepakt worden, lijken hier (lees bij Easter) nauwelijks door te dringen.
Soms stel ik ontgoocheld vast dat mijn koffer vol motivatie en zin om er tegen aan te gaan, al behoorlijk geplunderd is. Als ik hoor of lees over de avonturen van andere vrijwilligers dan vind ik het jammer dat ik hier precies zo weinig zal kunnen hebben realiseren.
Natuurlijk is het niet allemaal de schuld van KIN, ook ik zal bijgedragen hebben aan hoe mijn situatie hier nu is. Het is echter moeilijk om duidelijkheid te krijgen over mijn rol in dit alles. Ik probeer te reflecteren op mijn doen en laten, zo kan ik wel een paar van mijn fouten vermoeden. Ik lijk uiteindelijk echter steeds weer op de incompetentie van KIN te stuiten. Ik zit er dan ook midden in. Wat feedback van een buitenstaander zou me daar wel in helpen maar er is niet meteen iemand die me die kan geven.

Maar ook al vallen sommige dingen hier bij KIN dus ferm tegen, toch helt de balans voor mij niet over naar het negatieve (ook al laat dit bericht misschien anders vermoeden)! We beleven hier ook heel wat mooie dingen. Ik doe heel wat ervaring op en leer heel wat bij. Dat zijn de dingen die ik wil meedragen.
Maar we hebben nog dik drie maanden te gaan, dus er is nog hoop om (waar dan ook) nog iets te realiseren!

Grote groet,
/b

donderdag 4 oktober 2007

Lachen met Filippijnse ziekenzorg

Wij staan niet zo positief ten opzichte van de Filippijnse ziekenzorg. We mochten al aan den lijve ondervinden (vooral Tine dan) dat dokters en verpleegkundigen hier niet altijd de meest bekwame zijn.
Blijkbaar zijn we niet alleen met die mening. Getuige daarvan is een 'grap' die blijkbaar in een aflevering van serie 'Desperate Housewives' gemaakt wordt. Susan gaat daarin naar de gynaecoloog en zegt:
"Can I check those diplomas? Because I want to make sure that they are not from some med school in the Philippines."
("Mag ik die diplomas even nazien? Ik wil er namelijk zeker van zijn dat ze niet van een of andere 'geneeskundeschool' in de Filippijnen zijn")
De Filippijnen kunnen er blijkbaar niet mee lachen. Wij wel :-).
Het volledig artikel vind je op: http://www.earthtimes.org/articles/show/118136.html.

hihi,
/b

woensdag 3 oktober 2007

Filmpjes van klim ...

Hier vind je twee filmpjes die we maakten tijdens de beklimming van Mt DulangDulang.
Het eerste werd gefilmd tijdens een koffiepauze. Luister goed naar de fluitende vogeltjes en het gekraak/gekreun van de bomen door de wind.



Het tweede filmpje is van op de kampplaats, net onder de top. Door de wind heb je de indruk dat er vlakbij een zee is met grote golven...



groet,
/b

T-shirt

Wie wil dat we een T-shirt met deze opdruk meebrengen :-?

Persoonlijk vind ik de opdruk: "Look busy, Jesus is coming." beter maar die hebben ze hier niet.

7 februari,
/b

maandag 1 oktober 2007

Als de wolk om je hoofd is verdwenen…

Er was al sprake van sinds mei maar nu is het er dan toch eindelijk van gekomen. We hebben het voorbije weekend de op een na hoogste berg van de Filippijnen beklommen. Mount Dulang-Dulang is met zijn 2938 meter de hoogste top van de Mount Kitanglad bergketen en daarmee ook meteen slechts 17 meter lager dan Mount Apo, die in de buurt van Davao boven de zee uit torent.
Vrijdag zakten we rond 15 uur af naar de Lantapan crossing, een halfuurtje buiten Malaybalay. Daar werden we opgepikt door Arnold en zijn dochter Maya, die uit Davao kwamen. Samen zetten we de weg verder naar Henry’s farm in Bol-ogan (Sonko, Lantapan, zie het eerder verslag van ons bezoek aan zijn farm). Johan, de derde BD vrijwilliger in de Filippijnen zou daar even later ook aankomen. Na een korte briefing en het avondmaal was er al wat tijd om bij het haardvuur onze ervaringen, problemen en zorgen met Arnold te delen. Het weekend stond namelijk niet enkel in het teken van Dulang-Dulang maar was ook bedoeld als een tweede tussentijdse evaluatie van ons verblijf als vrijwilliger in de Filippijnen. Kwestie van het nuttige aan het aangename te koppelen. We gingen niet te laat slapen want de volgende dag moesten we al om 5 uur uit de veren. Na een stevig ontbijt, maakten we kennis met de ‘porters’ die ons zouden helpen al onze spullen me de berg op te zeulen. Henry, wiens farm vaak het vertrekpunt is van klimtochten, doet hiervoor steeds beroep op enkele plaatselijke boeren. Op die manier kunnen ze wat extra cash verdienen. Henry had vier porters voor ons geregeld. Ze droegen het eten, de tenten, borden, bestek, kookgerief en wat droge kleren de berg op. Hun eigen uitrusting was erg beperkt. Eentje had schoenen aan maar de andere 3 deden de beklimming op hun ‘slippers’. Verder hadden ze enkel een regenjas bij en wat lakens. Bert, die op het vlak van fysische pijn altijd wel wat masochistische trekjes vertoont, verkoos om de rugzak met onze spullen zelf de berg op te dragen...
Om iets voor zeven begonnen we er met z’n achten (Arnold, Maya, Johan en wij twee en drie van de porters) aan. Henry en zijn vrouw Perla zouden samen met de vierde porter wat later vertrekken. Het eerste stuk was een ‘gewone weg’ die langs de boerderijen en een paar huizen bergop liep. Plots ging die weg over in een pad tussen de struiken. Om wat later het woud in te duiken. Gaande weg werd het woud steeds dichter en vochtiger. De weg was bezaaid met bladeren en omgevallen bomen. We waren omringd door de natuur. We hoorden vogeltjes fluiten. Onze kuiten werden gestreeld door varens en mos. We klommen steeds hoger en hoger en al bij al verliep alles vrij vlot. Al was het een echt klauterwerk, op, onder, over en tussen bomen.
Rond 13 uur kwamen we aan op de kampplaats. Deze bevond zich net onder de top en daar zouden de tenten worden opgeslaan. Van aan Henry’s farm, gelegen op 1300 meter, hadden we dan al bijna 1600 meter geklommen. Als we rond ons keken zagen we enkel bomen en het witte van de wolken. Het regende niet maar door dat we in de wolken zaten was het wel erg vochtig. Telkens de wind waaide, vielen er druppen van de bladeren en leek het even of het regende. Door de hoogte was het er ook erg fris. We hadden voor ons vijven 2 tenten mee maar besloten om allemaal samen in de grootste te slapen, omwille van de warmte. Nadat de tenten opgezet waren, trokken we allemaal bijna alle droge kleren die we nog over hadden aan. We schaarden ons rond het vuur en zochten bescherming onder het zeil dat de porters hadden opgespannen. Kort daarna kwamen ook de anderen aan en werd begonnen met het klaarmaken van de maaltijd. Henry had heel wat organische gekweekte groenten van zijn farm mee. Er was zelfs heerlijk gemarineerd kippen- en varkensvlees, dat op het vuur geroosterd werd. We kropen opnieuw vroeg onder de wol een beetje omwille van de duisternis die al rond 18 uur neerdaalde maar ook en vooral omwille van de koude. De porters hadden geen tent nodig, zij kropen dicht bijeen rond het vuur en onder het zeil, en zochten wat extra warmte in een fles rum. Wij hadden nauwelijks contact met de porters weer maar eens omwille van het taalprobleem. Dat was wel wat jammer maar we vernamen wel wat over hen via de anderen.
Na een koude nacht waarin we allemaal wel 20 keer wakker werden, was de eerste grote opdracht van dag 2 de koude en natte weer trotseren. Het weer was namelijk nog steeds hetzelfde: nat en winderig. Na een warme koffie of thee begonnen we vervolgens aan de korte klim naar de top. Op de top is er normaalgezien een prachtig panorama. We werden verteld dat je er normaalgezien maar dan een derde van de provincie Bukidnon kan zien, ook het eiland Camiguin ten noorden van Mindanao en soms zelfs Mount Apo in de verte. Wij zagen echter niets anders dan wit, omwille van de vele wolken. Niemand leek echter erg ontgoocheld. We kwamen om op de top te staan en dat konden we ook doen als die zich had ingegraven in de wolken. Henry vertelde ons wat zaken over de vegetatie, de omgeving maar ook over legendes en tradities. Toen we van de top terug naar de kampplaats afdaalden, passeerden we ook even langs de ‘plaza’. Dit is een open vlakte niet ver onder de top. Henry wist ons te vertellen dat het voor de Talaandig stam (waar hij zelf ook deel van is) een erg speciale plaats is. Er worden jaarlijks rituelen gehouden. Heel het gebied van Mount Dulang-Dulang is voor die stam trouwens heilig gebied. Voor alle bezoekers die niet tot de stam behoren moeten daarom een ritueel gebeuren. Ook voor ons dus maar zelf waren we niet bij het ritueel (de ritueelleider was er niet dit weekend), we moesten wel het materiaal voor het ritueel voorzien.
Terug op de kampplaats nuttigden we een ontbijt, deelden nog wat onze ervaringen met Arnold en kraamden ons boeltje op. Tegen 11 uur stonden we klaar om de afdaling aan te vatten. Die ging weer behoorlijk goed. Af en toe gingen we wel eens onderuit maar we bleven gespaard van regen en in amper 4 uur stonden we terug aan Henry’s farm. Niet slecht voor een afdaling van 1600 meter. Moe maar voldaan namen we dankbaar de organisch gekweekte groenten die Henry ons aanbood in ontvangst en zetten na een maaltijd de terugreis in. Johan en wij richting Malaybalay, terwijl Arnold en Maya nog een lange rit naar Davao voor de boeg hadden.
Deze morgen herinnerden de berg vuile kleren en de stijve spieren ons aan het avontuur van het voorbije weekend. Henry zei dat als het slecht weer is en je daardoor niet van het uitzicht op de top kan genieten, je nog eens terug moet gaan. Misschien iets voor als Tines ouders en broer hier op bezoek zijn...
Op de fotopagina vind je heel wat foto’s van de klim...

Groentjes,
wij